Ik sprak met een jongen die een tweetientjesfiets kocht op het Spui. Het was tien over half elf op een woensdagavond. Ik stond voor de Havelaar met wat vrienden, toen ik hem in dezelfde straat zag praten met een man met een fiets. De verkoper, een donkere man van middelbare leeftijd, overhandigde de fiets aan de jongen. Hij stapte op, fietste een klein rondje en kwam weer terug. Het was een goede fiets. Een zwarte opoefiets. Ietsje verroest, maar geen slag in het wiel. Een andere jongen kwam erbij staan. Na een paar minuten was de fiets verkocht en liep de man weg. De nieuwe eigenaar was 19 jaar en tweedejaars Communicatie student. Hij studeerde in Amsterdam, maar woonde hier niet. Toch vond hij het handig om een fiets in Amsterdam te hebben. Twee tientjes kostte de fiets. Hij had niet afgedongen. Hij vond de fiets goedkoop zat. De andere jongen die bij de koop kwam staan was 21 en zat net als zijn vriend in het tweede jaar van Communicatiewetenschappen.
Zonde om te investeren in een nieuwe fiets
De jongens waren zich ervan bewust dat de gekochte fiets waarschijnlijk gestolen was. Toch maakte ze dat niet veel uit. Natuurlijk vonden ze het jammer voor degene van wie de fiets was gestolen, maar er worden zo veel fietsen gejat in Amsterdam, dat het bijna de normaalste zaak van de wereld is. Ze vonden het zonde om te investeren in een nieuwe fiets. Veel te duur en de kans dat hij er de volgende dag niet meer staat is groot. Ze waren bekend met de ASVA fietsen van 60 euro. Ook dat vonden ze te veel geld. ‘Kan je beter een fiets op straat kopen.' Een van de jongens zou nooit een tweetientjesfiets in een andere stad zoals Utrecht kopen. In Amsterdam wel. In Amsterdam doet namelijk iedereen het.
Niet bang om gepakt te worden
Ik vroeg of ze wisten welke straffen er op heling stonden. Ze wisten het niet precies, maar schatten de straffen hoog in. Bang om opgepakt te worden waren ze echter niet. De Voetboogstraat, waar de fiets werd verhandeld, vonden zij namelijk een goede plek. De politie kwam daar nooit en om opgepakt te worden is wel bewijs, zoals de transactie van een fiets en geld, nodig. De jongens verzekerden mij dat de politie toch niets doet. ‘Als je iemand ziet fietsen met nog een fiets aan de hand is de kans groot dat hij een gestolen fiets vast heeft.’ Een van de jongens deed dat eens. De politie reed achter hem, maar deed niets. 'Iedereen weet dat het gebeurd, maar niemand die er wat aan doet. Zelfs als ze bewijs zien, dan nog kan je je er makkelijk uit lullen.’
Tweetientjesfiets met slot
De koper wilde zijn nieuwe tweetientjesfiets stallen bij het Roeterseiland, de plek waar hij studeert. Centraal Station vond hij niet handig. Een plek vinden om je fiets daar te parkeren is lastig en de kans dat hij weer wordt gejat is groot. Ik keek nog eens goed naar de fiets. Om het zadel zat een kettingslot gewikkeld. Met de sleutel er nog in. Hoe zou deze fiets hebben vastgestaan voor hij werd gestolen? Was de eigenaar hem vergeten op slot te doen? Of had de eigenaar twee sloten en stond zijn fiets vast op een ander kettingslot die de dief al had doorgeknipt? Misschien had de verkoper wel een kopie van de sleutel en zat er een navigatiesysteem in de fiets. Kon hij hem altijd terugvinden, stelen en weer doorverkopen. Nee, dat leek me toch net iets te doordacht. De jongens vonden het wel chill zo’n sleutel en een slot. Hoefden ze tenminste geen nieuw slot te kopen. Scheelde ze weer geld.
Zonde om te investeren in een nieuwe fiets
De jongens waren zich ervan bewust dat de gekochte fiets waarschijnlijk gestolen was. Toch maakte ze dat niet veel uit. Natuurlijk vonden ze het jammer voor degene van wie de fiets was gestolen, maar er worden zo veel fietsen gejat in Amsterdam, dat het bijna de normaalste zaak van de wereld is. Ze vonden het zonde om te investeren in een nieuwe fiets. Veel te duur en de kans dat hij er de volgende dag niet meer staat is groot. Ze waren bekend met de ASVA fietsen van 60 euro. Ook dat vonden ze te veel geld. ‘Kan je beter een fiets op straat kopen.' Een van de jongens zou nooit een tweetientjesfiets in een andere stad zoals Utrecht kopen. In Amsterdam wel. In Amsterdam doet namelijk iedereen het.
Niet bang om gepakt te worden
Ik vroeg of ze wisten welke straffen er op heling stonden. Ze wisten het niet precies, maar schatten de straffen hoog in. Bang om opgepakt te worden waren ze echter niet. De Voetboogstraat, waar de fiets werd verhandeld, vonden zij namelijk een goede plek. De politie kwam daar nooit en om opgepakt te worden is wel bewijs, zoals de transactie van een fiets en geld, nodig. De jongens verzekerden mij dat de politie toch niets doet. ‘Als je iemand ziet fietsen met nog een fiets aan de hand is de kans groot dat hij een gestolen fiets vast heeft.’ Een van de jongens deed dat eens. De politie reed achter hem, maar deed niets. 'Iedereen weet dat het gebeurd, maar niemand die er wat aan doet. Zelfs als ze bewijs zien, dan nog kan je je er makkelijk uit lullen.’
Tweetientjesfiets met slot
De koper wilde zijn nieuwe tweetientjesfiets stallen bij het Roeterseiland, de plek waar hij studeert. Centraal Station vond hij niet handig. Een plek vinden om je fiets daar te parkeren is lastig en de kans dat hij weer wordt gejat is groot. Ik keek nog eens goed naar de fiets. Om het zadel zat een kettingslot gewikkeld. Met de sleutel er nog in. Hoe zou deze fiets hebben vastgestaan voor hij werd gestolen? Was de eigenaar hem vergeten op slot te doen? Of had de eigenaar twee sloten en stond zijn fiets vast op een ander kettingslot die de dief al had doorgeknipt? Misschien had de verkoper wel een kopie van de sleutel en zat er een navigatiesysteem in de fiets. Kon hij hem altijd terugvinden, stelen en weer doorverkopen. Nee, dat leek me toch net iets te doordacht. De jongens vonden het wel chill zo’n sleutel en een slot. Hoefden ze tenminste geen nieuw slot te kopen. Scheelde ze weer geld.
Rechts de verkoper, in het midden de koper en links zijn vriend die erbij kwam staan