Bij een fietsenwinkel. Een legale tweedehands omafiets. Zwart, met een rekje voorop. De fiets had werkende lichten en een bel. Alleen geen standaard. Dat was het enige. De mevrouw in de fietsenwinkel ging even haar zoon bellen. Die wist alle prijzen uit zijn hoofd. Hij werkte vandaag niet. Overmorgen was hij er weer. Ondertussen mocht ik er gerust een rondje op fietsen. Mijn tas hoefde ik niet achter te laten. Ik kwam na dat rondje toch gewoon weer terug? 120 euro kostte de fiets. Ik kocht hem. De fiets was van het merk Pointer. Volgens de mevrouw een goeie keuze. Zij verkocht geen neppe fietsen uit China. Haar zoon deed de inkoop. Nee, dit was een echte omafiets. Met nieuwe banden. ‘Die zetten we er altijd op als we weer een lading binnenkrijgen. We knappen ze op tot ze weer zo goed als nieuw zijn.’ Ik wilde er ook graag een slot bij. Een goed slot. De mevrouw pakte een enorm kettingslot. Nee, die vond ze veel te zwaar voor een meissie als ik. Ze wees op een kettingslot met een oranje sluiting. Die vond ze prima. De jongen achter de toonbank knikte. Hij was fietsenmaker. ‘Die knippen ze niet zomaar door. Nee, die moeten ze helemaal open slijpen en dat hoor je wel! Dat gaat niet zomaar!’ Hij moest lachen. Ik ook. Ik had geen idee, zij zouden er wel verstand van hebben. 35 euro kostte het slot. De fiets 120. Bij elkaar 155 euro. Als er iets aan de fiets mankeerde kon ik altijd terugkomen. Heel handig, want ik woon om de hoek. Ik was blij. Toch blij dat ik geen tweetientjesfiets kocht. Dit was mijn fiets. Een fiets die ik niet kocht omdat hij maar twee tientjes kostte, maar omdat hij een investering waard was. Een fiets waar ik al tien keer was langsgelopen. Een fiets die al weken in mijn hoofd zat voor ik hem kocht. Een fiets die ik kon versieren met verf en tape. Zodat het mijn fiets werd, die niet gauw zou worden gestolen. Een fiets waar ik een goed slot voor kocht. Deze fiets was mijn project.
|
Een aantal keer per maand blogt FIETS020 over de projecten die op dat moment actueel zijn.
|